34 weken zwanger - goed voorbereiden
Je baby in de 34e week
Je baby is nu ca. 43 cm en ongeveer 2200 gram. Je draagt nu een baby zo groot als een Cantaloupe meloen met je mee!Je baby is aan het indalen in het bekken en de baarmoeder kan daarop reageren met extra samentrekkingen. Dit uit zich in de vorm van een harde buik of een trekkende pijn in de onderbuik. Wees gerust, dit hoort er allemaal bij en betekent niet dat de bevalling is begonnen.
Je kindje is bijna klaar voor de start. De niertjes werken, en de longetjes zijn bijna rijp. Het laatste finetunen is begonnen. De nageltjes groeien tot de vingertoppen, die kun je niet zo lang na de geboorte ook al vijlen. Krijg je een jongetje? Dan dalen zijn testikels nu van zijn buik naar zijn scrotum. Ook de oortjes zijn al helemaal ontwikkelt, dus geen gekke dingen zeggen! ;-) Je baby kan liedjes herkennen en hier zelfs op reageren met bijvoorbeeld een schopje.
Wanneer je kind nu al is ingedaald, wil dat niet zeggen dat het ook eerder zal komen. Je kan dan ook nog gemakkelijk over tijd lopen. Heeft je kindje besloten om lekker rechtop te blijven zitten in je buik dan kan het nog zelf draaien, maar die kans is niet heel groot. De verloskundige kan in dat geval ook voorstellen om je baby te laten draaien. Dit zal dan bij ongeveer 36 weken zwangerschap gedaan worden. Een stuitligging maakt de bevalling namelijk moeilijker en geeft meer risico's voor moeder en kind.
Jij met 34 weken zwangerschap
Deze week bereikt je baarmoeder het hoogste punt: de ribboog. Hierdoor kunnen je longen wat in de knel komen. Je longcapaciteit kan zelfs met een kwart afnemen en dat merk je. Na een kleine inspanning kun je al kortademig zijn. Als je baby al is ingedaald heb je hier wellicht minder last van, dan kan het zijn dat juist weer wat meer lucht krijgt. Omdat je baby minder ruimte heeft kan het zijn dat je hem ook minder voelt bewegen. Werd je voorheen flink geschopt, nu zal je vooral eens een hand of voet voorbij voelen glijden.
Door je grotere baarmoeder heb je waarschijnlijk ook wat problemen met grote of zware maaltijden. Probeer vaker minder te eten. Vaak kom je de laatste weken van de zwangerschap minder kilo's in gewicht aan. En dat is niet altijd omdat je minder eet. De zwangerschap kost steeds meer energie, dus je verbruikt meer reserves.
Het kan zijn dat je rond deze tijd indalingsweeën voelt. Probeer nu wel te letten op je bekkenbodemspieren, het kan zijn dat je soms wat urine begint te verliezen.
Dit komt omdat je bekkenbodemspieren aan het verslappen zijn door het gewicht van je kindje dat er op drukt. Probeer je spieren wat te trainen, want ze krijgen het straks tijdens de bevalling nog zwaar te verduren.
Kramp in de benen, rusteloze benen of kriebelbenen, je kunt er hoe verder je zwangerschap vordert meer en meer last van krijgen. Je kunt het beste je been strekken en je tenen naar je toe trekken. Spataderen is ook een veel voorkomend probleem, zeker wanneer je daar voor je zwangerschap ook al last van had. Dat komt hoofdzakelijk door het hormoon progesteron. Dit maakt de bloedvaten namelijk minder sterk. Hoge hakken zijn dan ook uit den boze. Als je zit is het fijn om je benen wat omhoog te leggen. Als je nu nog genoeg rust pakt kan je baby nog een flinke groeispurt maken deze laatste weken. Dus niet eigenwijs zijn, beentjes omhoog en laat je partner lekker voor je zorgen en je verwennen.
Heb je last van een wazig zicht, maak je dan geen zorgen, ook dit kan erbij horen. Het komt door een combinatie van slaaptekort, hormonen en vochtophoping.
Je bed omhoog, is dat echt nodig?
Vanaf 37 weken zwangerschap mag je thuis bevallen als je dat wilt. Om thuis te bevallen, maar ook voor de kraamtijd is het noodzakelijk dat je bed een hoogte heeft van 80 cm, gemeten vanaf de grond.
Het kraambed moet op 80 cm hoogte staan, om het voor de verloskundige en de kraamverzorgende tot een goede werkhoogte te maken. Veel lichamelijke klachten ontstaan door werken op de verkeerde hoogte. Tijdens de bevalling, bij het verschonen van het kraambed, maar ook bij het verlenen van zorg aan het bed, denk aan hulp bij het geven van borstvoeding of controles bij de kraamvrouw, is het echt van belang dat de werkhoogte goed is.
Zorg dus dat je voor week 37 je bed hebt verhoogd tot 80 cm. Je kunt hiervoor via ons bedverhogers lenen, deze bezorgen we gratis bij je thuis en halen we ook gratis weer op.
Bestel hier je bedverhogers en andere benodigdheden.
Je babyuitzet wassen
Rond de 36e week van je zwangerschap is het aan te raden om je babyuitzet te wassen. Wij krijgen vaak de vraag of hier een speciaal wasmiddel voor gebruikt moet worden.
Het wassen kun je gewoon met je normaal wasmiddel doen. Er zijn natuurlijk ook speciale wasmiddelen op de markt zonder prikkende stoffen, zoals Neutral, die kun je ook gebruiken, maar noodzakelijk is het niet. Gebruik in ieder geval géén wasverzachter, dat is te veel voor het tere babyhuidje.
Wassen op lagere temperaturen is beter voor het milieu, maar bacteriën worden niet gedood en kunnen zich zelfs verspreiden via de was. Voor een baby is het daarom aan te raden om de babywas, als de stof het aankan, op 60 graden Celsius te wassen.
De bevalling komt dichterbij; hoe bereid je je voor?
Nu je uitgerekende datum dichterbij komt is het logisch dat je meer gaat nadenken over de bevalling die komen gaat en hier misschien ook wel wat zenuwachtig voor bent.
Iedere bevalling is anders en iedere vrouw beleeft de bevalling op haar manier. Wel zijn er een aantal vaste stappen die de meeste bevallingen allemaal doorlopen. Je kunt je voorbereiden op de bevalling door je in te lezen, het te bespreken met je verloskundig of je kunt een bevallingsplan maken. Maar het belangrijkste is dat je goed je rust neemt en vertrouwen hebt in jezelf en je lichaam, je kunt het!
⤠Hoe begint de bevalling?
De meeste bevallingen beginnen met weeën. Hoe snel de weeën elkaar opvolgen en hoe krachtig ze zijn verschilt per vrouw. Meestal zijn het in het begin nog korte, onregelmatige en minder pijnlijke weeën. Je kunt dan gewoon doorgaan met wat je aan het doen bent. Deze 'voorweeën' zorgen dat je baarmoedermond soepeler wordt. Om te bepalen of de bevalling echt is begonnen kijkt de verloskundige naar de regelmatigheid van je weeën en doet ze inwendig onderzoek bij je om de fase van je bevalling te bepalen.
De bevalling kan ook beginnen met het breken van je vliezen. Na het breken van je vliezen beginnen de weeën meestal binnen 24 uur.
⤠Wat is een wee?
Tijdens een wee trekt je baarmoederspier samen. Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die opkomt, erger wordt, en dan weer wegebt. Zie het maar voor je als een golf die op het strand aanspoelt. Je voelt de pijngolf aan komen. Net voordat de golf omslaat is de pijn op z'n ergst en daarna trekt de golf weer terug en wordt de pijn minder. Tussen de weeën door heb je rust. Maar de weeën worden steeds sterker en komen vaker naarmate de bevalling vordert.
⤠Buik- en rugweeën
De een vindt de pijn van de weeën goed te verdragen, de ander vindt het niet uit te houden. De meeste vrouwen hebben tijdens de weeën vooral pijn in hun buik en sommigen voelen de pijn vooral in hun rug en/of hun benen. Soms wisselt de pijn ook van plaats. Rugweeën doen volgens sommige vrouwen meer pijn dan buikweeën.
⤠Ontsluitingsweeën
Is je baarmoedermond soepel, dan krijg je te maken met ontsluitingsweeën. Deze zorgen ervoor dat je baarmoedermond ver genoeg open gaat (10 cm) om de baby geboren te laten worden. Dat wordt ‘ontsluiting’ genoemd. Voor de ontsluiting zijn sterke weeën nodig. Het is een pijn die door je hele bekkengebied gaat. De ene vrouw voelt ze in de buik, de ander in de rug en sommige in hun benen. Ontsluitingsweeën duren langer dan de voorweeën, meestal 1 tot 1,5 minuut, en komen regelmatig. De weeën worden steeds krachtiger en zijn het heftigst bij de laatste centimeters (8 - 10 cm) ontsluiting. Dat is vaak ook een lastiger periode, maar het betekent vaak wel dat het einde in zicht is.
De verloskundige controleert hoeveel centimeter ontsluiting je hebt. Zij wordt geassisteerd door de kraamverzorgende tijdens de bevalling. Maar onze kraamverzorgende zorgt ook voor jou met een glaasje water, een hand om in te knijpen, het masseren van je rug of helpt je met je ademhaling.
⤠Continu begeleiding (vroegtijdige inzet kraamzorg)
Continu begeleiding betekent dat vrouwen, vanaf het moment dat de bevalling begonnen is, begeleid worden door een verloskundige en/of een kraamverzorgende. Vrouwen die continu begeleiding krijgen kijken vaker tevreden terug op hun bevalling, hebben minder behoefte aan pijnstilling zoals een ruggenprik, hebben minder vaak een kunstverlossing of een keizersnede en bevallen sneller!
Op het moment dat je met je verloskundige de bevalling bespreekt zal ze uitleggen hoe continu begeleiding werkt. Als je denkt dat de bevalling is begonnen bel je als eerste de verloskundige. Ze komt dan bij je langs en doet de nodige controles bij jou en je kindje. Op dat moment zal ze overleggen welke begeleiding jullie prettig vinden.
Afhankelijk van wat je wil blijft de verloskundige en/of kraamverzorgende bij je om te helpen en ondersteunen. Dat betekent niet dat ze continu jouw handje vasthoudt. Je krijgt de ondersteuning zoals jij het fijn vindt.
⤠Ontsluiting
Als je voor het eerst bevalt is je baarmoedermond stugger en gaat dus minder makkelijk open. De eerste weeën maken de baarmoedermond eerst soepeler en dunner. Hoe snel de ontsluiting vordert hangt ook af van de weeën. Bij sterke weeën die vaker komen gaat het sneller. De eerste centimeters gaan vaak langzamer dan de laatste. Zit je eenmaal op 10 centimeter, dan mag je gaan persen.
⤠Vliezen breken
Meestal breken de vliezen pas een tijdje nadat de weeën zijn begonnen. En daar zijn we blij mee, want de vliezen en het vruchtwater beschermen je baby en helpen mee om je baarmoedermond open te maken door het geven van druk. Breken je vliezen niet spontaan, dan kan de verloskundige ze aan het einde van de onslutiting breken. Soms wordt het ook iets eerder gedaan om de ontsluiting te laten doorzetten.
Het breken van je vliezen doet geen pijn, je voelt alleen warm water lopen. Ook na het breken van je vliezen blijft je lichaam vruchtwater aanmaken zodat je baby nooit 'droog' ligt.
Zijn je vliezen eenmaal gebroken, overleg dan even met je verloskundige of het nog verstandig is om in bad te gaan.
⤠Persweeën
Zit je op 10 centimeter ontsluiting, dan gaan je onsluitingsweeën over in persweeën. Je verloskundige controleert of je echt voldoende ontsluiting hebt voordat je mag persen. Het hoofdje van je kindje is inmiddels naar beneden gezakt en hierdoor voel je op het hoogtepunt van een wee de drang om te drukken. Dit is een beginnende persdrang die niet tegen te houden is. Je lichaam geeft aan dat je baby naar buiten kan. Persweeën zijn heel erg sterk en komen meestal om de 5 minuten.
⤠Meepersen
Als je mag persen is het einde in zicht! Je persweeën doen een groot deel van het werk en nu kun je ook mee persen. Pers tijdens een wee met al je kracht richting je vagina en anus, een beetje alsof je moet poepen. Vaak voel je in het begin niet waar je naar toe perst, maar als het hoofdje dieper komt wordt duidelijk hoe je een perswee kunt gebruiken om mee te persen.
⤠Het hoofdje wordt geboren
Als je het wil kun je tijdens het persen meekijken via een spiegel. Bij de eerste bevalling duurt het vaak even voordat je het hoofdje ziet. Met iedere wee komt hij een stukje verder en gaat dan weer wat terug. Je baby is bezig zijn hoofdje door het geboortekanaal te draaien. Je verloskundige vertelt je wat er gebeurd en coacht je er door.
Bij een tweede bevalling hoef je meestal minder lang te persen. Je geboortekanaal is al soepel na je eerste kindje. Je ziet het hoofdje eerder en kan zelfs in één enkele perswee geboren worden.
⤠De baby wordt geboren
Als het hoofdje naar buiten komt wordt je vagina het meest opgerekt. Daardoor voel je het aan de onderkant tussen je vagina en anus uitrekken. Dat kan een pijnlijk, brandend gevoel zijn. Een koude of warme washand tegen je bekkenbodem helpt. De verloskundige geeft aan wat je kunt doen om te voorkomen dat je inscheurt. Na de geboorte van het hoofdje zal de verloskundige je kind verder naar buiten begeleiden. Soms kun en mag je het kindje zelf aanpakken. Je hoeft dan meestal niet meer hard te persen, het lijfje volgt snel. De baby wordt snel op jouw (liefst blote) buik gelegd. De kraamverzorgende staat klaar met warme doeken en een mutsje.
⤠De placenta
Je kindje is geboren, de weeën zijn weg en je zou bijna vergeten dat je placenta nog in je buik zit. Je baarmoeder trekt samen om je placenta los te maken en te voorkomen dat je veel bloed verliest. Door het aantrekken van de navelstreng controleert de verloskundige of de placenta los zit. Zit hij los, dan moet je nog één keer persen terwijl zij tegendruk op je buik geeft. Meestal komen dan de vliezen, navelstreng en de placenta naar buiten. Een raar gevoel is het wel, maar pijn doet het vaak niet. Als je placenta niet binnen een uur uit je baarmoeder is moet deze onder narcose worden verwijderd.
⤠Doorknippen navelstreng
Is de hartslag van je kindje niet meer te voelen in de navelstreng, dan kan hij worden doorgeknipt. Wil je borstvoeding geven, dan wordt je kindje direct aan de borst gelegd. De kraamverzorgende helpt je hierbij. Borstvoeding is een natuurlijk middel om je baarmoeder te laten samentrekken en bloedverlies te voorkomen.
Na de bevalling houdt onze kraamverzorgende jouw bloedverlies goed in de gaten. Ze controleert daarnaast de kleur, ademhaling temperatuur en gewicht van je baby. Ze helpt je douchen of wast je op bed. Ze zorgt voor een schoon en fris bed na de bevalling en geeft jou instructies en informatie over deze eerste uren na de bevalling. Is de verloskundige naar huis, dan blijft de kraamverzorgende nog even.
Goed voorbereid: kinderopvangtoeslag aanvragen
Gaat je kindje straks als jij weer gaat werken naar een geregistreerde dagopvang of buitenschoolse opvang (BSO)? Dan kun je kinderopvangtoeslag aanvragen.
Omdat er straks na de geboorte veel op je af komt is het misschien handig om je hier nu al in te verdiepen. Meer informatie vind je op de website van de Rijsoverheid.
Uitgestelde kraamzorg of couveuse nazorg
Mocht het zo zijn dat je kindje een tijdje in het ziekenhuis moet blijven en pas na 10 dagen thuiskomt, dan is er mogelijkheid tot uitgestelde kraamzorg. Uitgestelde kraamzorg bestaat uit zorg voor je baby, maar vooral ook uit voorlichting en advies. Wil je weten of jij deze zorg ook vergoed krijgt, neem dan contact op met je zorgverzekeraar.
In de houding!
De ideale houding voor je baby is vanaf week 36 met het hoofdje naar beneden. Dit is de juiste richting, maar er zijn ook nog andere mogelijke houdingen. In week 36 zal de verloskundige kijken hoe je baby ligt in jouw buik.
Achterhoofdligging
De meest voorkomende ligging is de achterhoofdligging. De voetjes zijn opgekruld en liggen omhoog. Het achterhoofdje ligt naar beneden. Dit is de meest ideale houding voor de geboorte. Het hoofdje past zo heel goed in het bekken en het hoofdje komt dan het snelst naar buiten. Na de geboorte van het hoofd, volgt de romp vrijwel altijd snel. Gelukkig ligt slechts 5 % van de baby's anders.
Stuitligging
Bij een stuitligging ligt de baby precies omgekeerd: met de voetjes of met de billetjes naar beneden en met het hoofdje in de baarmoeder. 80% procent van de vrouwen die zwanger zijn van een baby in stuitligging, bevalt uiteindelijk met een keizersnede. Tussen 20 en 25 weken zwangerschap ligt één derde van alle baby's in stuitligging. Naar mate de zwangerschap vordert, draaien de meeste baby's.
De reden voor de stuitligging is vaak onduidelijk, maar het komt relatief vaak voor bij:
- meerlingzwangerschappen
- een voorliggende moederkoek (placenta) of een vleesboom (myoom) bij de ingang van het bekken
- een afwijkende vorm van bekken of baarmoeder
- een aangeboren afwijking van het kind
Voorhoofdsligging
De voorhoofdsligging is een moeilijke houding om geboren te worden. Je baby ligt met het voorhoofd naar beneden. Het bekken is meestal te klein voor de omvang van het hoofdje in deze stand en de bevalling eindigt dus vaak in een keizersnede.
Kruinligging
Voor de kruinligging geldt eigenlijk hetzelfde als bij de voorhoofdsligging. Het is niet de makkelijkste houding om geboren te worden. De baby ligt niet met het achterhoofdje, maar met zijn kruin naar beneden. Vaak wordt bij deze ligging besloten om een keizersnede uit te voeren.
Aangezichtsligging
Bij de aangezichtsligging ligt de baby met het gezichtje naar beneden. Ook deze ligging is geen ideale ligging. Omdat er daardoor vaak niet voldoende druk op de baarmoedermond komt, komt de ontsluiting slecht op gang. Ook in dit geval moet je rekening houden met een keizersnede.
Dwarsligging
Een zeldzame ligging is de dwarsligging. De baby ligt met zijn ruggetje naar beneden en dwars in de baarmoeder. In dit geval is het zeker dat het een keizersnede wordt.
Tweelingen
Ben je in verwachting van een tweeling? Dan beval je in elk geval in het ziekenhuis. De meeste tweelingen liggen om en om: dus in achterhoofd- én stuitligging. Als de eerste baby geboren is, krijgt de tweede genoeg ruimte om eventueel nog te draaien en ook via de achterhoofdsligging geboren te worden. Maar... zo voorbeeldig gaat het niet altijd. Daarom is het verplicht bij een tweelingzwangerschap in het ziekenhuis te bevallen en ook hier is de kans op een keizersnede groter.
Ontspannen voor èn tijdens je bevalling
Nu de bevalling nadert is het belangrijk om goed uit te rusten en te ontspannen. We geven je wat tips om te ontspannen.
- Probeer niet tot laat tv te kijken en dan gelijk naar bed te gaan. Lees liever een boek of een tijdschrift voordat je gaat slapen.
- Als je een bad hebt, maak er dan lekker gebruik van! Neem een lekker warm, niet te heet, bad voordat je gaat slapen.
- Je partner kan je ook helpen te ontspannen door regelmatig een massage te geven.
- Rust ook tussen de middag als dat lukt.
- Regel alle belangrijke zaken voor week 37, dat geeft rust.
- Ga lekker zwemmen of wandelen voordat je gaat slapen.
- Geniet van je verlof; ga lekker uiteten met je partner, lunchen met vriendinnen of pak nog een bioscoopje. Na de bevalling komt het er voorlopig niet meer van.
Blijven ademen!
Wanneer je niet zwanger bent adem je ongeveer 14 liter lucht in per minuut. Tijdens je zwangerschap heb je veel meer 'lucht' nodig, omdat je meer behoefte hebt aan zuurstof. Je ademt dan zo'n 20 liter per minuut in. Ademhalingsoefeningen, als voorbereiding op de bevalling zijn niet bedoeld om meer 'lucht' te krijgen, maar enkel om rustig te worden of te blijven.
Een goede conditie kan je helpen tijdens je bevalling. Bevallen vergt fysiek nogal veel van je. Wanneer je fit bent, zal je veelal minder spierpijn hebben en in de regel ook sneller herstellen. Blijf dus gedurende je zwangerschap aan je conditie werken!
Ademhalen tijdens je eerste weeën
Probeer je ademhaling zo lang mogelijk 'normaal' te houden. Wanneer dit niet meer lukt, ga je over op een diepere buikademhaling.
Ademhalen tijdens je 'scherpere' weeën (puffen)
Adem goed in door je neus en blaas in drie keer uit door je mond. Twee keer kort en de laatste uitademing mag iets langer duren, totdat je longen leeg zijn. Wanneer je een wee hebt, begin je met 'puffen', zodra je de wee voelt beginnen. Zo ben je hem voor. Begin je met 'puffen', wanneer je wee al pijnlijk gaat worden, dan kun je vaak niet meer in het ritme komen en zal je hem moeilijker op kunnen vangen. Je blijft het ademhalingsritme herhalen, tot je je wee weg voelt ebben. Dat is het. Het klinkt makkelijk en dat is het eigenlijk ook. Je zal veelal van nature op deze manier gaan ademhalen.
Ademhaling tijdens het persen
Wanneer je een perswee aan voelt komen, neem je een grote hap lucht en gebruik je die om te persen (duwen) in de richting van je vestibulum (vagina-ingang). Probeer zo min mogelijk naar je anus toe te persen, dat kan aambeien veroorzaken. Vraag je verloskundige je de plaats aan te wijzen, je kunt je op die manier beter op het juiste punt richten.
Adembeheersing volgens de yoga-leer
Ga op een opgevouwen handdoek of deken zitten en zorg ervoor dat je rug recht is. Buig een klein beetje naar voren, vanuit de onderrug.
Leg je handen op je buik (net boven je navel), met je middelvingers tegen elkaar aan. Je kunt zo je buik voelen inkrimpen en uitzetten, wanneer je ademhaalt.
Adem in en probeer je adem rustig naar je onderste longkwabben te 'sturen'. Je voelt je buik nu uitzetten en je middelvingers zullen uit elkaar gaan. Je borstkast en ribben zetten nu niet uit.
Adem nu rustig en langzaam uit. Je voelt je buik weer inkrimpen, je middenrif weer omhoog gaan en je middelvingers zullen elkaar weer raken. Je kunt hierbij eventueel de letter 'a' zeggen, terwijl je uitademt.
Herhaal deze oefening 6 keer.
De borstademhaling
Leg je handen aan weerszijden van je ribbenkast, met je middelvingers tegen elkaar aan.
Adem in zonder je middenrif te gebruiken of je buik omhoog te laten komen. Je voelt je ribben naar boven en naar buiten bewegen. Adem uit door je borstspieren te ontspannen. Je voelt de lucht uit je longen gaan. Je kunt hierbij eventueel de letter 'o' zeggen, terwijl je uitademt.
Ademhaling sleutelbeengebied
Leg je handen aan weerszijde op je borst bij je sleutelbeen, met je middelvingers tegen elkaar aan.
Adem in zonder je middenrif te gebruiken of je buik omhoog te laten komen. Wanneer je longen volledig zijn uitgezet, adem dan nog iets meer in, zodat je je schouders en sleutelbeenderen iets omhoog voelt komen.
Adem langzaam uit door je ribbenkast naar beneden te laten komen en laat de lucht vanuit het bovenste deel van je borst naar buiten. Je kunt hierbij eventueel de letter 'mmmmmm' zeggen, terwijl je uitademt.